De vijandelijke troepen waar de geallieerden voornamelijk mee te maken hadden, waren Fallschirmjäger-eenheden. Deze eenheid was een van de meest prestigieuze elite-eenheden van het Duitse leger in de Tweede Wereldoorlog. De Fallschirmjäger (Jäger is de Duitse term voor licht bewapende infanterie) waren gespecialiseerd in verrassingsaanvallen ver achter de vijandelijke linies.

Op 4 september 1944 werd het 1e Parachutistenleger geformeerd. De parachutisten waren echter over heel Duitsland verspreid of ze waren nog in opleiding.  Ze beschikten nauwelijks over zware wapens en eigen transportmiddelen. Dezelfde dag bood Hermann Göring 20.000 extra manschappen aan van de Luftwaffe. Dit waren verbindingseenheden, grondpersoneel en piloten, die overbodig waren geworden omdat er nog nauwelijks vliegtuigen beschikbaar waren.